Einstein kwam tot de conclusie dat het universum rond moest zijn in vier dimensies. Nadat hij de waarnemingen van Hubble zag in 1931, wijzigde hij zijn model. Helaas wist hij niet dat de toenemende verwijderingssnelheid van verre sterrenstelsels slechts een vermoeden was, zoals Hubble zelf schreef: gebaseerd op het toen bekende Dopplereffect.
Inmiddels weten we beter: Het model van Einstein, maar dan doorontwikkeld als echt ruimte-tijd-model, voldoet aan alle theorie en waarnemingen, lost tegenstrijdigheden op en heeft geen mythische ‘donkere energie’ nodig.